GRIP - Functionaliteiten

Vrij in te richten domeinstructuur

Binnen de schermindeling van GRIP is de Domeinverkenner de navigatielocatie voor bediening van GRIP. De Domeinverkenner is vrij in te delen, elke gewenste entiteitenstructuur is mogelijk. Zo kunnen entiteiten in meerdere structuren voorkomen.

Alarmcorrelatie

GRIP kan alarmen aan elkaar relateren om deze vervolgens als één incident af te handelen. Binnen GRIP kunnen correlatieregels samengesteld worden waarmee automatisch bepaald kan worden welke alarmen aan elkaar gerelateerd zijn

Bedienen

GRIP werkt met objecten. Alle te beheren systeemonderdelen worden als een object met objectspecifieke acties gezien. Met deze objectacties worden functionaliteiten van de geïntegreerde systemen of apparaten aangestuurd. Op elke plek binnen GRIP waar een object wordt getoond, kan men deze acties op uniforme wijze uitvoeren. Door objecten te koppelen, wordt vergaande integratie van verschillende systemen gerealiseerd.

Automatische incident classificatie

Naast handmatig, kan in GRIP een incident automatisch geclassificeerd worden aan de hand van gedefinieerde classificatieregels. Bij het toewijzen van nieuwe alarmen aan een incident, kan GRIP automatisch een besluit nemen de classificatie aan te passen naar een hoger niveau.

Grafische ondersteuning

Binnen Grip heeft de gebruiker ook de beschikking over een grafische ondersteuning, denk hierbij aan plattegronden en dashboards. Hierop worden de objecten gevisualiseerd en direct de statussen weergegeven. Grip toont automatische de relevante plattegrond of dashboard wanneer een object of diens alarm geselecteerd wordt. Het is tevens mogelijk om te werken met projectielagen waardoor er per soort functionaliteit een presentatie kan ontstaat. (bijvoorbeeld de keuze om alleen branddetectie te tonen of alleen deuren).

Status monitoren

Vanuit de domeinverkenner is de huidige status van het object (bijvoorbeeld een deur) op uniforme wijze af te lezen. Deze uniformiteit wordt doorgezet in alle presentatie schermen.

Workflow

Afhandelingen en standaard processen kunnen door middel van het definiëren van een workflow geautomatiseerd worden. Een workflow kan tevens autonoom acties starten in GRIP of onderliggende systemen.

Incident afhandeling

In een incidentafhandeling kan de gebruiker een incident afhandelen volgens een vooraf vastgestelde procedure. Afhankelijk van het soort incident (de classificatie) en alarmen worden procedures in PDF-formaat ter beschikking gesteld.

Rechten op zowel gebruiker als werkplek

Voor het toekennen van rechten zijn voor GRIP drie criteria van belang: functie, werkstation en locatie in het netwerk. Zo kan een gebruiker alle rechten krijgen als er vanaf een werkstation vanuit een meldkameromgeving ingelogd wordt. Wanneer dezelfde gebruiker vanaf een ander werkstation of vanuit een andere locatie inlogt, worden zijn rechten beperkt.

Alarmmonitoring

Door middel van de Alarmmonitor heeft de gebruiker een overzicht van alle actuele alarmen. De gebruiker heeft vanuit de Alarmmonitor direct de beschikking tot de gerelateerde object acties. Vanuit de Alarmmonitor kunnen de alarmen worden geaccepteerd en toegewezen aan een incident afhandeling. Tevens is het mogelijk om alarmen toe te wijzen aan andere ingelogde gebruikers.

Rapportages

Veelal voorzien standaard rapporten niet in de behoefte van het management. GRIP maakt gebruik van een rapport generator om maatwerk rapporten te definiëren. Rapport definities worden overgenomen binnen GRIP, zodat deze door de gebruiker gegenereerd kunnen worden.